Eeuwig te iele bomen in colonne,
Met de afgemeten regelmaat
van lantaarns in de straat.
Geen stad, geen platteland; de recreatiezone

Altijd verlaten, slechts betrapt
door de toevallige passant.
Bedacht natuurgebied van planologenhand
‘s Winters kaal en zomers platgetrapt.

Het ingedachte leven bleef een visioen.
Wild zijn louter losse honden,
wespen die een voedselvoorraad vonden.
Geen blauwdruk geeft voldoende lucht aan groen.